Een steenzetting kan ook door verschillende niet-hydraulische oorzaken worden beschadigd: recreatie, vandalisme, scheepsaanvaring, ijsbelasting en wrakhout, en drijvend vuil. Hiermee wordt bij ontwerp (en toetsing) in het algemeen geen rekening gehouden. Deze schades treden veelal op, op een moment dat de bekleding zijn primaire functie niet hoeft te vervullen: er is geen sprake van (de maatgevende) golfbelasting. De beschadigde bekleding zal pas falen als er tussen het ontstaan van de schade en het optreden van een zware golfaanval geen afdoende reparatie plaats vindt.
Recreatie en vandalisme kunnen leiden tot lokale beschadiging van een steenzetting, bijvoorbeeld door het uitlichten van stenen of beschadiging van het geokunststof. Het onder controle houden van de gevolgen van dit type beschadigingen wordt gezien als onderdeel van het normale beheer en onderhoud en wordt daarom niet meegenomen in de toetsing. Voor zover relevant wordt overigens wel geprobeerd om er rekening mee te houden bij het ontwerp.
De kans op scheepsaanvaring is zeer klein, maar als het gebeurt, is er grote kans dat dat tijdens storm is (overigens niet tijdens maatgevende storm, want dan wordt er meestal niet meer gevaren). De aanvaring zelf kan ernstige beschadiging van de bekleding veroorzaken, waarna de golfbelasting, ook al is deze niet extreem zwaar, erosie van de onderlagen kan veroorzaken. Falen van de waterkering door scheepsaanvaring is dus reëel en kan worden gezien als een relevant mechanisme.
Het is echter niet praktisch en haalbaar om de bekleding op deze belasting te ontwerpen vanwege de zeer hoge kosten en de relatief kleine kans. Voor zover relevant moet de vereiste faalkans worden bereikt door scheepvaartvoorzieningen of door overdimensionering van het grondlichaam. Er zijn dus geen regels voor ontwerp en toetsing; maar het is wél van belang dat bij de beheerder bekend is welke locaties gevoelig zijn voor scheepsaanvaring.
IJsbelasting kan voor een steenzetting even schadelijk zijn als scheepsaanvaring, maar de kans dat ijsbelasting tegelijk plaatsvindt met grote golfbelasting is zeer klein. Deze kans wordt nog verkleind doordat de ijslaag een sterk golfdempende werking heeft. De kans op schade is het grootst bij oneffenheden (bij de teenconstructie of bij uitsteeksels of ruwheidselementen op de toplaag). Een zeer steile taludhelling (orde 60°) leidt tot maximale belastingen, maar dergelijke taludhellingen vallen buiten het toepassingsgebied van Nederlandse dijken.
Wrakhout en drijvend vuil zijn meestal te klein om een steenzetting ernstig te beschadigen.