Zoeken in deze site

Helling binnentalud en vorm binnenberm - Optimalisatie van het dwarsprofiel

Helling binnentalud en vorm binnenberm

Binnen de ruimtelijke mogelijkheden is met eerder genoemde grootheden te variëren. Een flauw binnentalud kan bijvoorbeeld een stabiel profiel opleveren, maar ook een steiler talud in combinatie met een berm. Voor een stabiliteitsberm kan zowel hoog en kort als dun (laag) en breed een goede oplossing zijn. Uit de aard van het stabiliteitsprobleem volgt vaak de meest effectieve oplossing. Bijvoorbeeld in geval van opdrijven zal een lage, brede berm vaak effectiever zijn dan een kortere maar hogere berm. Ruimtelijke beperkingen aan de binnenzijde maken soms een buitenwaartse asverlegging aantrekkelijk. Hierbij wordt de ruimte voor de binnenberm gevonden ter plaatse van het bestaande (gedeeltelijk af te graven) dijklichaam. De afmetingen van een (stabiliteits)binnenberm zijn ook afhankelijk van de kruinhoogte. Dit betekent dat ook door een ingewikkelde interactie tussen helling buitentalud - kruinhoogte - binnenwaartse stabiliteit tot een ruimtelijke optimalisatie kan worden gekomen. Bijvoorbeeld een minimalisatie in de golfoploop door een flauwer buitentalud geeft een lagere kruinhoogte. Dit vraagt op zich meer ruimte, echter de binnenberm kan in dat geval minder breed zijn en dat maakt (een gedeelte van) het extra ruimtebeslag weer goed.

Bron

Technisch Rapport Waterkerende Grondconstructies (P-DWW-2001-045)

Hoofdstuk
Optimalisatie van het dwarsprofiel
Auteur
Asperen L. van, E.O.F. Calle, J.R. Deutekom, E. van Hijum, G.J.C.M Hoffmans, R.H.J. Kremer, B.A.N. Koehorst, M.T. van der Meer, J. Niemeijer, M.A. Van
Organisatie auteur
Fugro Ingenieursbureau B.V., Arcadis Heidemij Advies B.V., Grontmij, Ingenieursbureau Amsterdam en Infram.
Opdrachtgever
Technische Adviescommissie voor de Waterkeringen
Verschijningsdatum
Juni 2011
PDF

Over versie 1.0: 29 juni 2018

Tekst is letterlijk overgenomen uit brondocument.